Hout is een van de weinige bouwmaterialen die tijdens hun levenscyclus daadwerkelijk CO₂ opnemen in plaats van uitstoten.
Terwijl staal en beton veel energie vragen om te produceren, groeit hout met behulp van zonlicht en koolstof uit de lucht.
De koolstof die bomen tijdens hun groei vastleggen, blijft ook in het hout opgeslagen zolang het materiaal niet wordt verbrand of afgebroken.
Dit principe, biogene koolstofopslag, vormt de kern van de klimaatwinst van houtbouw.
Organisaties als TNO en Wageningen University & Research (WUR) onderzoeken hoe deze tijdelijke opslag beter kan worden meegewogen in milieuberekeningen voor gebouwen.
De koolstofcyclus: hoe hout CO₂ vastlegt
Tijdens fotosynthese zetten bomen CO₂ en water om in suikers en zuurstof.
De koolstof (C) wordt opgeslagen in de houtstructuur in de vorm van cellulose en lignine.
Zolang de boom groeit of het hout wordt gebruikt, blijft die koolstof gebonden.
6 CO₂ + 6 H₂O + zonlicht → C₆H₁₂O₆ + 6 O₂
Wordt het hout later als bouwmateriaal gebruikt, dan blijft deze koolstof nog tientallen tot honderden jaren vastgelegd.
Pas als het hout verbrandt of vergaat, komt de CO₂ weer vrij in de atmosfeer.
Daarom geldt: hoe langer hout in gebruik blijft, hoe langer de koolstof uit de lucht is verwijderd.
De rol van bosbeheer
Bossen spelen een cruciale rol in de wereldwijde koolstofcyclus.
Volgens het European Forest Institute (EFI, 2022) nemen Europese bossen jaarlijks ongeveer 10% tot 15% van de totale CO₂-emissies van de EU op.
Bij duurzaam bosbeheer worden gekapte bomen steeds vervangen door nieuwe aanplant.
Hierdoor blijft de totale hoeveelheid opgeslagen koolstof in stand of neemt zelfs toe.
Certificeringssystemen als FSC en PEFC helpen dit te waarborgen.
Belangrijk onderscheid:
- Duurzaam beheerde bossen → blijvende CO₂-opname + hernieuwbare grondstof.
- Ontbossing zonder herplanting → verlies van CO₂-voorraad en biodiversiteit.
Een verantwoord beheerd bos is dus niet alleen een bron van hout, maar ook een actieve koolstofput.
Koolstofopslag in houtproducten en gebouwen
Wanneer hout wordt toegepast in gebouwen, verlengt dat de periode waarin koolstof uit de atmosfeer blijft.
Deze fase wordt door onderzoekers de “product- en gebruiksfase” genoemd.
Volgens TNO (2021) kan houtbouw daardoor bijdragen aan het verlagen van de milieuprestatie van gebouwen (MPG).
In hun verkennend onderzoek stellen ze dat langdurige opslag van biogene koolstof een reëel effect heeft op de klimaatimpact, mits het hout afkomstig is uit duurzaam beheerde bossen.
De hoeveelheid opgeslagen koolstof varieert per houtsoort en toepassing.
Gemiddeld bevat 1 m³ hout tussen de 700 en 900 kg CO₂-equivalenten aan vastgelegde koolstof, afhankelijk van dichtheid en vochtgehalte.
Deze waarden zijn richtgetallen uit de Nationale Milieudatabase (NMD) en worden gebruikt in LCA-berekeningen.
Belangrijk is dat hout pas écht klimaatvoordeel oplevert als:
- het materiaal lang in gebruik blijft (meerdere decennia);
- het einde-levensduurtraject gericht is op hergebruik of recycling;
- de herkomst aantoonbaar duurzaam is.
Klimaatvoordelen van bouwen met hout
De klimaatwinst van houtbouw komt uit drie samenwerkende effecten:
a. Koolstofopslag
Tijdens de groei nemen bossen CO₂ op.
Zolang het hout in gebouwen blijft zitten, is die koolstof tijdelijk uit de atmosfeer verwijderd.
b. Vermeden emissies
Hout vervangt materialen die bij productie veel CO₂ uitstoten, zoals cement of staal.
Volgens WUR-onderzoek (2023) kunnen biobased materialen, waaronder hout, hierdoor aanzienlijk lagere milieukosten opleveren in vergelijking met conventionele bouwmaterialen.
c. Circulariteit en hergebruik
Houten bouwdelen kunnen relatief eenvoudig worden hergebruikt of verzaagd tot nieuwe producten.
Dat verlengt de periode van koolstofopslag en vermindert de vraag naar nieuw materiaal.
Wanneer deze principes worden gecombineerd, duurzaam bosbeheer, langdurige toepassing en hergebruik, kan houtbouw een netto-positieve bijdrage aan klimaatdoelen leveren.
Cijfers en berekeningsvoorbeelden (benaderingen)
Hoewel exacte cijfers per project verschillen, worden in de literatuur vaak de volgende gemiddelde schattingen gehanteerd:
| Toepassing | Benaderde CO₂-opslag | Bron / toelichting |
|---|---|---|
| 1 m³ gezaagd hout | 700 – 900 kg CO₂ | NMD, WUR |
| Houten woongebouw (100 m², 30 m³ hout) | ± 20–25 ton CO₂ | afgeleid van gemiddelde volumewaarden |
| 1 ha duurzaam beheerd bos | 8 – 12 ton CO₂/jaar | EFI, 2022 |
| CLT-paneel (1 m³) dat beton vervangt | ± 0,8 ton vermeden CO₂ | diverse LCA-schattingen |
Deze cijfers zijn indicatief en bedoeld om ordegrootte aan te geven.
Werkelijke waarden hangen af van houtsoort, groeiregio, verwerkingsmethode en levensduur.
De toekomst: hout als koolstofbank
De bouwsector ontwikkelt zich richting biobased en klimaatpositieve bouwconcepten.
Hout fungeert daarin als een tijdelijke koolstofbank: het slaat CO₂ op die eerder uit de atmosfeer is gehaald.
Nieuwe ontwikkelingen versterken dit effect:
- Mass-Timber-technologieën (CLT, LVL, GLT) maken hoogbouw in hout structureel haalbaar.
- Circulaire ontwerpmethoden zorgen dat houten componenten demontabel blijven.
- Materiaalpaspoorten registreren de CO₂-waarde van bouwdelen, zodat hergebruik wordt gestimuleerd.
Volgens TNO en WUR kan de erkenning van biogene koolstofopslag in milieuberekeningen helpen om houtbouw gelijkwaardig of zelfs gunstiger te positioneren ten opzichte van beton en staal. Volgens het rapport van de Global Alliance for Buildings and Construction was de bouw verantwoordelijk voor 39% van de wereldwijde CO2-uitstoot in 2019, waarvan 28% afkomstig was van operationele energieverbruik (verwarming, verlichting, koeling) en 11% van bouwprocessen en materiaalproductie zoals cement en staal.





